Boeteclausules in het internationale contractenrecht
In Nederlandse contracten worden vaak boeteclausules opgenomen. Deze kunnen er allereerst toe dienen om de hoogte van de schade die een tekortkoming zal kunnen veroorzaken buitengerechtelijk vast te leggen. Ten tweede kan het boetebeding partijen stimuleren om hun contractuele verplichtingen na te komen. Beide functies van het boetebeding leiden tot een grotere mate van rechtszekerheid.
De geldigheid van het boetebeding in het Nederlandse recht
De wettelijke regeling van het boetebeding is neergelegd in art. 6:91-94 BW. Art. 6:94 geeft de rechter een matigings- een aanvullingsbevoegdheid met betrekking tot onredelijke boeteclausules. Het boetebeding is een van tevoren contractueel overeengekomen sanctie bij een tekortkoming in de nakoming van contractuele verplichtingen. Het boetebeding treedt in beginsel in werking wanneer de tekortkoming aan de schuldenaar toerekenbaar is (art. 6:92 lid 3) en indien de wettelijke verzuimregeling (art. 6:93) is nageleefd. Beide artikelen zijn van aanvullend recht, wat betekent dat partijen altijd andere afspraken kunnen maken. Partijen dienen dit wel expliciet overeen te komen, want bij onduidelijkheid gaan de wettelijke bepalingen voor.
Internationale regelingen
Het komt ook voor dat partijen ervoor kiezen om internationale regels van toepassing te laten zijn op hun overeenkomst, zoals de Unidroit Principles for International Commercial Contracts. Het komt ook voor dat het Weens Koopverdrag tussen partijen van toepassing is op de gesloten overeenkomst, omdat partijen kiezen voor een rechtsstelsel van een land dat partij is bij het Weens Koopverdrag.
Unidroit Principles
De Unidroit Principles of International Commercial Contract (PICC) zijn onder meer bedoeld om gebruikt te worden met betrekking tot internationale commerciële contracten. De PICC worden gebruikt als het geldende recht door een enkele rechtbank, maar vooral door raden van arbitrage. Art. 7.4.13. PICC gaat over het boetebeding. Uit dit artikel volgt dat de PICC geen onderscheid maakt tussen de functies van het boetebeding, en bepaalt dat wat is afgesproken tussen partijen in beginsel moet worden betaald, onafhankelijk van de feitelijk geleden schade. In het tweede lid is een correctiemechanisme vastgelegd, waarin staat dat de boete kan worden gereduceerd wanneer er een onevenredig verband bestaat tussen de schade en de boete.
Het Weens Koopverdrag
Art. 74 van het Weens Koopverdrag (hierna ook: CISG) regelt de begroting van schadevergoeding. Het CISG laat het boetebeding onaangetast, en het toepasselijke rechtsstelsel bepaalt of en in hoeverre het boetebeding geldig is, en welke regels ten aanzien van dit boetebeding gelden.
Principles of European Contract Law en de Draft Common Frame of Reference
De Principles of European Contract Law (PECL) vertoont veel gelijkenissen met de PICC. Uit deze regeling volgt dat indien partijen een geldsom overeen komen die moet worden betaald bij een tekortkoming, de benadeelde partij dit bedrag toe zal moeten kennen, ongeacht de daadwerkelijk geleden schade, zie art. 9:509 lid 1 PECL. Ook hier bepaalt het tweede lid dat het overeengekomen bedrag kan worden gematigd, en wel wanneer deze buitensporig hoog is in verhouding tot de schade die het gevolg is van de niet-nakoming en de andere omstandigheden.
Concluderende opmerkingen voor het boetebeding in internationale contracten
Boeteclausules komen regelmatig voor in internationale contracten. Het recht met betrekking tot het boetebeding verschilt internationaal gezien sterk van elkaar Voor de geldigheid en rechtsgevolgen van een dergelijk beding is het cruciaal om eerst het toepasselijke recht te bepalen. Het is daarom raadzaam om op voorhand expliciet vast te leggen welk recht van toepassing is op de overeenkomst om te voorkomen dat er discussie kan ontstaan omtrent de uitleg van een boetebeding.