Permanent verbijf in een recreatiewoning
Tegenwoordig verblijven steeds meer mensen permanent in een vakantiewoning. Dit varieert van chalets op de Veluwe tot kavels in de Oostvaardersplassen waar beperkt overnacht mag worden. Soms gaat dit lang goed, tot de gemeente een brief stuurt waarin wordt vermeld dat er een eind gemaakt gaat worden aan het permanente verblijf en de gemeente gaat handhaven.
Wanneer is permanent wonen toegestaan?
Veel mensen beseffen niet dat het in veel gevallen niet is toegestaan om permanent in een vakantiewoning te verblijven. Wanneer is eigenlijk sprake van permanent verblijf? Volgens de Wet Basisregistratie Personen valt onder iemands woonadres de plaats waar naar redelijkheid te verwachten is dat de persoon het meest zal overnachten [1]. Voorts geeft deze wet aan dat indien iemand gedurende een half jaar twee derde van zijn verblijf in Nederland doorbrengt hij zich binnen 5 dagen na aanvang moet inschrijven in de basisregistratie personen bij de gemeente.[2] Hieruit kan men opmaken dat indien iemand langer dan 4 maanden per half jaar in een vakantiehuis woont, hij of zij zich dient in te schrijven in de basisregistratie personen in de gemeente waarin hij die periode verblijft. De Raad van State heeft verscheidene malen geoordeeld dat de inschrijving in de Gemeentelijke basisregistratie personen een belangrijke aanwijzing is voor iemands hoofdverblijf, maar dit niet doorslaggevend is[3]. Het in mindering brengen van hypotheekrente kan ook een indicatie zijn dat sprake is van permanente bewoning. Andere indicaties zijn: telefoonaansluitingen, verbruiksgegevens nutsbedrijven, het hebben van een huisarts in de gemeente, lidmaatschap van (sport-)verenigingen en de controlegegevens van gemeentelijke controleurs.
Beleid gemeente permanent wonen
Bijna iedere gemeente heeft wel een “Beleidsnota niet-recreatief gebruik van recreatieverblijven” waarin uiteenlopende regels zijn opgenomen. In deze nota is te lezen hoe gemeentes omgaan met het permanent verblijven in recreatiewoningen. Zo is het bij de ene gemeente toegestaan, heerst bij een andere gemeente een gedoogbeleid en is het bij weer een andere gemeente strikt verboden. Het is mogelijk om een vergunning voor permanent verblijf voor een recreatiewoning aan te vragen. Deze zal vaak worden afgewezen als het bestemmingsplan aangeeft dat het gebied alleen bestemd is voor recreatie. In zo’n geval is het soms mogelijk om een tijdelijke persoonsgebonden omgevingsvergunning aan te vragen. Hiervoor dient aan verschillende eisen te zijn voldaan. Zo dient de recreatiewoning geschikt te zijn voor permanente bewoning en mag deze bewoning geen belemmering vormen voor agrarische doeleinden in het gebied. Een belangrijke voorwaarde is voorts dat de bewoner aannemelijk moet maken dat hij het recreatieverblijf al geruime tijd onafgebroken heeft bewoond. Diverse gemeenten hebben op dit punt handhavingsbeleid opgezet, zodat enigszins een inschatting kan worden gemaakt hoe de gemeente met het verzoek zal omgaan. Indien deze vergunning wordt verleend is het voor een bepaalde tijd toch toegestaan te verblijven in een recreatiewoning.
Opzegging huur vakantiewoning
Wat nu als de vakantiewoning wordt verhuurd en de verhuurder de huurder eruit wilt zetten? Bewoners van recreatiewoningen hebben in beginsel geen huurbescherming omdat het gebruik van woonruimte betreft dat naar zijn aard slechts van korte duur is[4]. Van geval tot geval dient gekeken te worden of toch huurbescherming van toepassing is, bijvoorbeeld omdat de huurperiode telkens is verlengd. Het huurrecht bepaalt namelijk dat indien de huurder na afloop van een huurovereenkomst met goedvinden van de verhuurder het gebruik van het gehuurde behoudt, een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan. Op een dergelijke huurovereenkomst zijn in beginsel wel de huurbeschermingsregels van toepassing.
De verhuurder kan desondanks de huur opzeggen indien hij te horen krijgt dat dit moet van de gemeente en een last onder dwangsom krijgt opgelegd (doordat bijvoorbeeld verhuur plaatsvindt in strijd met de bestemming).[5] Wanneer een huurder een dergelijke opzegging niet accepteert dan zal de kantonrechter hierover dienen te beslissen en zal de verhuurder een procedure aanhangig moeten maken.
Samengevat kan
permanente bewoning van een recreatiewoning leiden tot handhavend optreden van
de gemeente. De verhuurder kan tot ontruiming worden verplicht door de
gemeente. In beginsel heeft de huurder van de recreatiewoning geen
huurbescherming tenzij er een in de jurisprudentie ontwikkelde uitzondering van
toepassing is. Het is bij permanent verblijf in een recreatiewoning belangrijk
om bij de gemeente na te gaan of dit is toegestaan of wordt gedoogd en indien
dit niet zo is wat voor termijnen wel zijn toegestaan voor verblijf. Ook dient de verhuurder er op bedacht te zijn dat een huurder
onder omstandigheden een beroep kan doen op huurbescherming, zodat het
verstandig kan zijn om hierover in de huurovereenkomst specifieke bepalingen
voor op te nemen.
[1] Art. 1.1 lid sub o onder 2° Wet basisregistratie personen.
[2] Art 2.4 jo. 2.38 Wet basisregistratie personen.
[3] ABRvS 14 december 2005, ECLI:NL:RVS:2005:AU7985, m.nt. A.G.A. Nijmeijer, punt 2 van de noot.
[4] Art. 7:232 lid 2 BW
[5] Rb. Limburg 27 november 2015, ECLI:NL:RBLIM:2015:10132.